Skip to content Skip to footer

Antisemitische bijdrage in de krant De Morgen

Op 27 juni publiceerde het dagblad De Morgen een bijdrage van de schrijver Dimitri Verhulst, waarin de schrijver het beleid van de staat Israël aan de kaak stelt.

 Bovendien beschrijft hij het Joodse volk als “schuldig”. Dimitri Verhulst legt uit dat het vermeende gevoel van superioriteit van het Joodse volk en het misbruik van de vermeende rol van slachtoffer tijdens De Holocaust om Palestina onder zijn juk te houden bijzonder irritant zijn. 

Met zijn bijdrage maakt Dimitri Verhulst zich schuldig aan uitspraken die als antisemitisch kunnen beschouwd worden: 

1)     Het Joodse volk in zijn geheel oefent druk uit op een ander volk door een gevoel van superioriteit te laten gelden gebaseerd op godsdienstige veronderstellingen.

 

« Omdat God zo Zijn lievelingen heeft en Zijn uitverkorenen hun privileges horen te hebben, werden in 1948 de Palestijnen uit hun woonplaatsen verdreven ten gunste van Gods dotjes. Mozes had het opgeschreven, het uitverkoren volk hoorde daar en nergens anders, dus dat telde wel even als argument… » (sic)

 

2)     de Joden, in hun geheel, hebben de neiging om zichzelf slachtoffer te maken wat betreft hun rol in de holocaust om een ander volk te bedwingen…

 

“… Praten met uitverkorenen is lastig. Zodra je over Israël en het lot van de Palestijnen begint, kijken ze je aan alsof je de Holocaust zelf hebt onderschreven, hetgeen je reinste quatsch is, en ten tweede een veel te gladde calimero-houding is om lekker zelf te blijven onderdrukken …”.(sic)

 

3)     Het antisemitische stereotype van de “Joodse neus” is goed ingeburgerd, onder verwijzing naar een uitspraak van Serge Gainsbourg.

 

“… Serge Gainsbourg, zelf met een bloedlijn waar antisemieten hun messen van gaan wetten, was daar laconieker in en zei: “Jood-zijn is geen godsdienst; er is geen enkele God die Zijn schepsels zo’n lelijke neus zou geven. …” (sic)

Het Forum der Joodse Organisaties heeft verklaard dat er een klacht zal worden ingediend tegen de columnist.

 

Column DIMITRI VERHULST
Er is geen beloofde land. Er is gestolen land Exclusief voor abonnees, 27 juli 2019 

Omdat God zo Zijn lievelingen heeft en Zijn uitverkorenen hun privileges horen te hebben, werden in 1948 de Palestijnen uit hun woonplaatsen verdreven ten gunste van Gods dotjes. Mozes had het opgeschreven, het uitverkoren volk hoorde daar en nergens anders, dus dat telde wel even als argument. De Verenigde Naties kunnen net zo goed het heliocentrisme afschaffen. 

Serge Gainsbourg, zelf met een bloedlijn waar antisemieten hun messen van gaan wetten, was daar laconieker in en zei: “Jood-zijn is geen godsdienst; er is geen enkele God die Zijn schepsels zo’n lelijke neus zou geven.” 

Praten met uitverkorenen is lastig. Zodra je over Israël en het lot van de Palestijnen begint, kijken ze je aan alsof je de Holocaust zelf hebt onderschreven, hetgeen je reinste quatsch is, en ten tweede een veel te gladde calimero-houding is om lekker zelf te blijven onderdrukken.

De scheve redenering: ik ben een racist omdat ik aanklaag dat 2,3 miljoen Palestijnen afhankelijk zijn van noodhulp, en 1,6 miljoen van hen ondervoed zijn. Een halve Hitler ben ik wanneer ik versteld sta van de slaapliedjes die de wereldleiders voor elkaar zingen, terwijl er de afgelopen 17 jaar om en bij de 10.000 Palestijnen werden vermoord. Israëlische kogels kennen geen tien geboden. 

Bij Comma Press is nu een boek uit met twaalf Palestijnse sciencefictionverhalen, die zich allemaal afspelen in het jaar 2048. Precies een eeuw na de Nakba dus. En ik word er stil van wanneer ik lees dat mijn Palestijnse collega’s sciencefiction een luxe vinden. Het genre wordt door hen zo goed als nooit aangeraakt. Want: er is geen toekomst! 

Wie dagelijks in de dystopie leeft, zijn leven riskeert door naar zijn werk te gaan, wie zijn identiteitskaart twintig keer per dag moet tonen en meer kilometers prikkeldraad dan verlichtingssnoeren heeft gezien, die heeft een andere visie op literatuur. De onderwerpen in de Palestijnse roman zijn schaars, en met reden. Noodzakelijke boeken zijn het, en de namen van hun schrijvers zouden moeten ronken in onze boekenkasten: Mazen Maarouf, Tasnim Abutabikh, Ahmed Masoud, Saleem Haddad, Samir El-Youssef… 

Bij ons vragen schrijvelaars beurzen aan om ergens in een chalet in Canada rustig en ongestoord te kunnen schrijven. Deze mensen pennen hun novellen bij elkaar tussen twee raketinslagen door, met een rammelende maag, en met een kind dat op straat nog een verloren ooglid zoekt. Zo er na een dag overleven tenminste nog voldoende moed kan worden opgedolven om te schrijven. Voor de mooie, 22-jarige, zeer beloftevolle Mohammed Younis was het op. De aanstaande koning van het kortverhaal. Hij beroofde zich van het leven. 

Er is geen beloofde land. Er is gestolen land. Er zijn gestolen levens.

 

Best Choice for Creatives

This Pop-up Is Included in the Theme

Purchase Now