De eerste is commissaris bij de federale politie (financiële afdeling), de tweede is politie-inspecteur.
Ze verklaren een onderzoek te verrichten in de streek, installeren zich aan de bar en bestellen sterke drank.
Snel blijkt dat de commissaris stomdronken is. Hij gaat van start met uitspraken te doen die pro Hitler en homofoob zijn. Daarna valt hij verbaal de veertienjarige dochter van de uitbater aan.
Daarop belt de uitbater de politie op.
Deze laatste treft even later de politie commissaris half liggend in zijn auto aan. De inspecteur blijkt ondertussen de vlucht te hebben genomen met zijn auto.
Klacht werd neergelegd door de restaurantuitbaters.
Het Centrum voor Gelijkheid van kansen volgt de procedure.