Een vader van een student aan het René Cartigny Instituut in Elsene, meldde ons, evenals aan UNIA, dat zijn zoon zeer getekend was door opmerkingen van een student.
In de cursus burgerschap en filosoof in het derde jaar van de middelbare school, tijdens een cursus over “de filosofische vraag”, evolueerde het debat naar de vraag van de LGBTQIA + -gemeenschap en de perceptie die studenten ervan hadden. De meerderheid van de studenten van de studenten gaf duidelijk aan dat ze deze gemeenschap afwezen, een derde van de klas was zonder negatieve vooroordelen, denkend dat ze leefden zoals ze wilden en dat ze het recht hadden om dat te doen. In de vuurvaste meerderheid waren drie of vier studenten bijzonder virulent in hun opmerkingen. Naast de oordelen over de “normaliteit” van LGBTQIA + -mensen, over hun vermeende psychische aandoening, viel een student van Poolse afkomst op door het feit uit te drukken dat deze gemeenschap zou moeten branden met Joden, opmerkingen die sommige studenten aan het lachen maakten. De lerares die lesgaf was verontwaardigd over de woorden die ze zojuist had gehoord; Ze schreeuwde tegen de student en disciplineerde hem. De student verontschuldigde zich aan het einde van de cursus bij de leraar, maar aarzelt sindsdien niet om “grappen” en misselijkmakende ideeën te verspreiden tijdens andere lessen; Dit leverde hem regelmatig disciplinaire sancties op, evenals de woede van leraren.