Een befaamd rabijn die op bezoek was in Brussel, kreeg een onverwacht ontvangst bij zijn aankomst in Brussel Zuid.
Herkenbaar aan zijn klederdracht, werd de rabijn door een bende jongeren bespuugd.
De rabijn vermeldde het voorval pas die avond tijdens zijn speech op de conferentie waar hij deel aan nam.
Gechoqueerd probeert hij het hele gebeuren filosofisch op te nemen, verklarend dat hij medelijden heeft en dat het arme mensen zijn.