Een jongen van 14 jaar werd op zijn weg naar huis van de joodse school die hij na zijn gewone school bezoekt, aangeklampt door vier jongeren van Noordafrikaanse afkomst, van tussen de 14 en de 18 jaar.
Toen het slachtoffer deze jongeren voorbij liep riep een van ze hem aan met zijn voornaam.
Verrast daardoor keerde het slachtoffer zich om.
Waarop de vier hem benaderden en hem zeiden dat ze het uurrooster van zijn school kenden en weldra een slag zouden slaan.
Daar het slachtoffer van joodse origine is wist het niet of die « slag » voor hem of voor zijn school bestemd was.
Toen de jongen zijn weg vervolgde riepen de vier hem « smerige jood » na.
Hij reageerde daarop met rechtsomkeer te maken en de grootste van zijn vier belagers een mep in het gezicht te
verkopen.
Daarop begonnen de drie anderen hem af te ranselen.
De grootste vroeg hun toen zich uit de voeten te maken.
Daarop is het slachtoffer klacht gaan neerleggen bij de politie.